Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Diabetes mellitus

Powered by: KNMP logo
  • Algemeen

    Bij diabetes mellitus is de hoeveelheid suiker in het bloed te hoog. Daarom spreekt men ook wel van 'suiker' of suikerziekte. Suiker (glucose) komt uit de koolhydraten in onze voeding. Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood, aardappelen en rijst en in zoete producten, zoals jam, limonade, koek en gebak.

    Diabetes ontstaat door een tekort aan insuline, of doordat uw lichaam minder gevoelig is voor insuline. Insuline is een hormoon dat wordt gemaakt in de alvleesklier en dat ervoor zorgt dat de lichaamscellen suiker uit het bloed opnemen.

    Er zijn twee vormen van diabetes:

    • bij type 1 diabetes maakt de alvleesklier nauwelijks insuline. Deze vorm komt vanaf de kinderleeftijd voor.
    • bij type 2 diabetes maakt de alvleesklier te weinig insuline en/of zijn de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline. Deze vorm ontstaat meestal pas na het veertigste jaar, maar komt ook steeds vaker voor op jongere leeftijd, met name bij mensen die te dik zijn.

    Vooral bij type 2 diabetes speelt erfelijkheid een rol.

    Diabetes kan op den duur leiden tot beschadiging van bloedvaten en zenuwweefsel. Daardoor kunnen klachten ontstaan als tintelingen of een verminderd gevoel in armen en benen, slechter zien, pijn op de borst, loopproblemen en seksuele stoornissen. Goede behandeling van diabetes kan de kans hierop verkleinen.

  • Herkennen

    Als het suikergehalte in het bloed te hoog is, kan dat de volgende klachten geven: veel moeten plassen, dorst en moeheid. Andere klachten zijn jeuk, slecht genezende wondjes en huidinfecties.

  • Zelf doen

    Een gezonde levensstijl is van belang voor mensen met diabetes mellitus. Dat betekent:

    • niet roken;
    • gezond, vezelrijk en regelmatig eten;
    • geen maaltijden overslaan;
    • niet te veel vet, zoet of zout;
    • niet meer dan twee glazen alcohol per dag;
    • zo nodig afvallen en voldoende bewegen.

    Klik hier voor meer informatie in de patiëntenbrieven van het Nederlands Huisartsen Genootschap over diabetes.

    Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap.
    Laatst bijgewerkt: 8 maart 2007.

  • Medicijnen

    Orale bloedglucoseverlagende middelen
    Orale bloedglucoseverlagende middelen zijn tabletten die worden gebruikt bij type-2-diabetes (ouderdomsdiabetes). Deze middelen stimuleren de alvleesklier om meer insuline te maken of maken de andere organen gevoeliger voor de werking van insuline. Hierdoor zal de hoeveelheid glucose in het bloed dalen.

    Deze middelen zijn niet geschikt voor mensen die helemaal geen insuline meer produceren, zoals mensen met diabetes mellitus type 1. De middelen worden onderverdeeld in:

    • afgeleiden van sulfonylureum stimuleren de alvleesklier om meer insuline te maken. Voorbeelden zijn glibenclamide, gliclazide, glimepiride en tolbutamide.
    • biguaniden: maken de lever en andere organen gevoeliger voor de inwerken van insuline en verminderen de eetlust. Deze middelen zijn daarom met name geschikt voor mensen met overgewicht. Voorbeeld is metformine.
    • meglitinide-analogen stimuleren de alvleesklier om meer insuline te maken. Deze middelen werken wat korter dan bovenstaande afgeleiden van sulfonylureum. Ze worden ook wel gebruikt in combinatie met andere middelen. Voorbeeld is repaglinide.
    • pioglitazon: verbetert de opname van glucose vanuit het bloed in de lichaamcellen. Hierdoor blijft minder glucose in het bloed achter en daalt dus de bloedglucosewaarde.
    • acarbose is een middel dat de afbraak van koolhydraten in de darm vertraagd. Hierdoor komt de glucose langzamer in het bloed terechtkomt en zijn er minder hoge glucosepieken.
    • sitagliptine en exenatide zorgen ervoor dat de hoeveelheid insuline na een maaltijd beter op peil is en dat het lichaam minder glucose aanmaakt.

    Insuline
    Insuline wordt, in injecties, gebruikt door mensen met diabetes mellitus. Bij mensen die zelf geen insuline meer aanmaken is het noodzakelijk dit tekort kunstmatig aan te vullen met insuline. Insuline wordt voornamelijk gebruikt bij type-1-diabetes, ook wel insulineafhankelijke diabetes genoemd.

    Soms is het bij mensen met type-2-diabetes echter ook nodig om insuline te gebruiken. Insuline valt onder te verdelen in: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan. Ook de plaats van de injectie bepaalt hoe lang het duurt voor insuline zal werken: buik (snel), bovenarm (normaal), bovenbeen (langzaam) of bil (langzaam).

    Glucagon
    Het kan gebeuren dat het effect van de insuline doorschiet, waardoor de hoeveelheid glucose in het bloed te laag wordt (hypoglykemie). Glucagon zorgt dat glucose die in de lever is opgeslagen, vrijkomt in het bloed en zorgt ook dat glucose uit andere stoffen wordt aangemaakt. Hierdoor neemt de bloedglucose toe.

Gerelateerde videos

Starten met insuline

Starten met insuline

Bekijk video

Zwangerschapsdiabetes

Tijdelijke diabetes is een van de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap. Bij ongeveer 5% van de zwangere vrouwen treedt deze aandoening op. Bij diabetespatiënten is het lichaam niet in…

Tijdelijke diabetes is een van de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap. Bij ongeveer 5% van de zwangere vrouwen treedt deze aandoening op. Bij diabetespatiënten is het lichaam niet in staat de eigen insuline te gebruiken. Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier (eilandjes van Langerhans) wordt geproduceerd. Door de insuline kan het lichaam voedingsstoffen omzetten in energie. De energie wordt opgeslagen in de vorm van suiker (glucose). Als insuline in de bloedsomloop komt, kan glucose in de cellen worden opgenomen.

Bij diabetespatiënten wordt er te weinig of geen insuline aangemaakt, of het hormoon werkt niet goed. Het lichaam kan de glucose niet vanuit het bloed opnemen in de cellen die het nodig hebben. Het glucosegehalte in het bloed wordt te hoog, terwijl cellen een schreeuwende behoefte hebben aan energie. Zwangerschapsdiabetes ontwikkelt zich ongeveer rond week 24-28 van de zwangerschap bij vrouwen die voorheen geen diabetes hadden of die daarop niet zijn onderzocht voordat ze zwanger werden.

Tijdens de zwangerschap maakt de placenta hormonen aan die in de bloedsomloop komen en de opname van insuline door het lichaam verstoren. De zich ophopende glucose in de bloedsomloop van de moeder kan de placenta passeren. Dit veroorzaakt problemen voor de baby.

Bij baby’s van moeders met zwangerschapsdiabetes kunnen zich na de geboorte de volgende problemen voordoen:
• Macrosomie: te hoog geboortegewicht, of
• Hypoglykemie: een te laag bloedsuikergehalte

Daarnaast hebben deze kinderen een grotere kans om op latere leeftijd diabetes type 2 te ontwikkelen. Gelukkig kan zwangerschapsdiabetes goed onder controle worden gehouden. De meeste vrouwen met zwangerschapsdiabetes bevallen van normale, gezonde baby’s.

Wanneer bij een vrouw zwangerschapsdiabetes is geconstateerd, zijn de volgende punten van belang:
• houd het bloedsuikergehalte onder controle
• eet gezonde voeding
• blijf in beweging
• blijf goed op gewicht
• bezoek de arts regelmatig

Bekijk video

Insuline toedienen

Diabetes of suikerziekte gaat gepaard met een te hoog bloedglucose(suiker)gehalte in de bloedsomloop. Veel mensen met diabetes gebruiken insuline om hun bloedsuiker op een normaal, gezond peil te houden. Insuline…

Diabetes of suikerziekte gaat gepaard met een te hoog bloedglucose(suiker)gehalte in de bloedsomloop. Veel mensen met diabetes gebruiken insuline om hun bloedsuiker op een normaal, gezond peil te houden. Insuline kan op verschillende manieren worden toegediend, zoals met een injectiespuit, een injectiepen, een jet-injector of een insulinepomp.

Injectiespuiten worden voor het toedienen van insuline tegenwoordig vrijwel alleen in ziekenhuizen gebruikt. Bij gebruik van een spuit wordt insuline uit een flaconnetje opgezogen en in het onderhuidse weefsel geïnjecteerd. De spuit wordt afgevoerd in een speciale prikbestendige plastic afvalcontainer voor scherpe voorwerpen. In een injectiepen zit een verwisselbare voorgevulde insulinepatroon. Voor op de pen wordt een klein naaldje gezet en met de dop van de pen stel je de dosis in. Bij een jet-injector wordt voor het injecteren van insuline geen naald gebruikt. In plaats daarvan wordt onder hoge druk een heel dun straaltje insuline door de huid gespoten.

Bij al deze methoden kan de insuline in verschillende lichaamsdelen worden toegediend, zoals een dijbeen, een van de billen, de onderbuik of een bovenarm. Meestal wordt insuline in meerdere doses per dag geïnjecteerd. Een insulinepomp geeft echter voortdurend insuline af en wordt buiten het lichaam gedragen, bijvoorbeeld aan de broekriem of in een broekzak. Met een insulinepomp heeft de patiënt een veel betere beheersing van de bloedglucosewaarden.

Ongeacht welke methode wordt gebruikt, is het van belang dat iemand met diabetes zijn/haar bloedsuikergehalte 3 tot 4 maal per dag controleert.

Bekijk video

Diabetes Mellitus (Suikerziekte)

Tijdens het spijsverteringsproces wordt veel van ons voedsel omgezet in glucose, oftewel bloedsuiker. Glucose wordt in de bloedsomloop opgenomen en dient als voedingsmiddel voor de cellen van het lichaam. Maar…

Tijdens het spijsverteringsproces wordt veel van ons voedsel omgezet in glucose, oftewel bloedsuiker. Glucose wordt in de bloedsomloop opgenomen en dient als voedingsmiddel voor de cellen van het lichaam. Maar de cellen kunnen de glucose niet zelfstandig tot zich nemen. Als hulpmiddel moet zich eerst insuline op het celoppervlak hechten. Insuline is een hormoon dat in de alvleesklier (of pancreas) wordt aangemaakt. Daardoor worden de cellen geactiveerd en kunnen zij glucose in zich opnemen. Door dit proces blijft het bloedsuikergehalte in het lichaam en in het bloed in evenwicht.

Diabetes mellitus is een ziekte waardoor een efficiënt verbruik van glucose in het lichaam wordt bemoeilijkt. Bij diabetes type 1 produceert de alvleesklier niet genoeg insuline. Daardoor kan de glucose niet goed als voedingsstof in de cellen worden opgenomen. Bij diabetes type 2 wordt er wel insuline aangemaakt, maar het hormoon werkt dan niet goed en de glucose wordt niet gelijkmatig in de cellen opgenomen. Deze twee diabetestypes hebben dezelfde gevolgen: de glucose wordt niet goed in de cellen opgenomen. Daardoor hebben mensen met diabetes een hoog gehalte suiker in het bloed. Doordat ze de bloedglucose niet goed kunnen absorberen, hebben de cellen een schreeuwende behoefte aan voedsel.

Ongeacht welk type diabetes iemand heeft, mensen met diabetes moeten hun bloedsuikergehalte in de gaten houden. Diabetes kan met een dieet of met medicijnen worden behandeld, afhankelijk van het type en de ernst van de ziekte.

Bekijk video

Diabetische retinopathie (netvliesziekte)

Bij normaal gezichtsvermogen komt het licht door het hoornvlies het oog binnen, gaat dan door de pupil en de lens en stelt het lichtbeeld scherp op het netvlies. Het netvlies…

Bij normaal gezichtsvermogen komt het licht door het hoornvlies het oog binnen, gaat dan door de pupil en de lens en stelt het lichtbeeld scherp op het netvlies. Het netvlies (retina) is de fijne lichtgevoelige voering van de achterkant van het oog.

Bij diabeten kunnen de bloedvaten die het netvlies voeden schade oplopen. Als de bloedvaten in het netvlies beschadigd raken, kunnen ze gaan lekken en opzwellen, en er kunnen vertakkingen en uitlopertjes aan de vaatjes ontstaan. Door die beschadigingen kan zich diabetische retinopathie ontwikkelen.

Bij mensen met diabetische retinopathie wordt het gezichtsveld wazig, ontstaan blanco vlekken in het gezichtsbeeld en veroorzaakt fel licht valse schitteringen. Naarmate de ziekte zich ontwikkelt wordt het gezicht steeds waziger, nemen de blinde vlekken toe en bewegen er vlekjes door het gezichtsveld.

Als behandeling uitblijft, kan diabetische retinopathie tot blindheid leiden. Het is voor diabeten van groot belang hun ogen regelmatig te laten controleren.

Bekijk video

Diabetische neuropathie (zenuwzwakte)

Het menselijk zenuwstelsel bestaat uit een enorm netwerk van speciaal weefsel. Het omvat de hersenen, het ruggenmerg en zenuwen die in verbinding staan met alle organen van het lichaam de…

Het menselijk zenuwstelsel bestaat uit een enorm netwerk van speciaal weefsel. Het omvat de hersenen, het ruggenmerg en zenuwen die in verbinding staan met alle organen van het lichaam de bewegings- en gevoelsfuncties regelen. Het zenuwstelsel stuurt alle bewegingen en zintuigreacties in het lichaam aan. Dit gebeurt door series elektrische impulsen die tussen neuronen, of zenuwcellen, worden uitgewisseld. Deze impulsen gaan naar de hersenen of komen er vandaan.

Er bestaan drie soorten zenuwcellen: autonome, sensorische en motorische zenuwcellen. Het autonome zenuwstelsel regelt onbewust uitgevoerde activiteiten, zoals de hartslag en de spijsvertering. De gevoelszenuwen (sensorische zenuwen) geven signalen aan de hersenen door van o.a. de tastzin, temperatuur en pijn. Het motorische zenuwstelsel geeft vanuit de hersenen signalen door die spieren prikkelen tot samentrekken of ontspannen. Hierdoor ontstaat beweging.

Diabetes of suikerziekte gaat gepaard met een te hoog bloedglucose(suiker)gehalte in de bloedsomloop. Diabetische neuropathie is een aandoening die ontstaat wanneer het zenuwstelsel verslechtert als gevolg van verhoogde bloedsuikerwaarden. De aandoening kan ook ontstaan door fysieke beschadiging van het zenuwstelsel in combinatie met hoge bloedsuikerwaarden.

Verhoogde bloedsuikerwaarden veroorzaken vaak vernauwing van de bloedvaten die de zenuwen van bloed voorzien. Vanuit deze beschadigde bloedvaten kunnen schadelijke stoffen naar de zenuwen lekken. Ook ontvangen de zenuwen vanwege beschadigde bloedvaten onvoldoende zuurstof. De extra glucose kan een immuunaanval stimuleren op de bekleding van de axonen van de zenuwcellen. Hierdoor worden de zenuwimpulsen verzwakt of beschadigd.

De klachten bij diabetische neuropathie zijn heel verschillend en afhankelijk van de getroffen zenuwen. Symptomen zijn onder andere lage bloeddruk, stoelgangproblemen, pijn, gevoelloosheid, verlies van tastzin en onbeheerste bewegingen. De beste manier om deze aandoening te voorkomen en/of te behandelen is een gezonde levensstijl en nauwkeurige controle van de bloedsuikerwaarden.

Iemand met diabetes kan de kans op neuropathie verkleinen door zijn/haar gewicht in de gaten te houden, meer te bewegen, te stoppen met roken en, nog belangrijker, zorg te dragen voor normale bloedsuikerwaarden.

Bekijk video

Diabetische nefropathie (nierziekte)

De nieren zijn twee kleine boonvormige organen, die zich achter in de buikholte bevinden, aan weerszijden van de wervelkolom. Hoewel mensen met twee nieren worden geboren, kan het lichaam prima…

De nieren zijn twee kleine boonvormige organen, die zich achter in de buikholte bevinden, aan weerszijden van de wervelkolom. Hoewel mensen met twee nieren worden geboren, kan het lichaam prima functioneren met één gezonde nier.

De functies van de nieren zijn: de lichaamsvloeistoffen evenwichtig verdelen, de bloeddruk regelen, de productie van rode bloedcellen regelen en afvalstoffen uit het lichaam filteren. Een nier bestaat uit ongeveer een miljoen kleine filtertjes, de nefronen. De nefronen bevatten glomeruli; dat zijn kluwen van kleine bloedvaatjes. De glomeruli filteren via een half-doorlatend vlies water en oplosbare afvalstoffen uit het bloed. De uitgefilterde afvalstoffen worden in de vorm van urine uit het lichaam verwijderd.

Diabetes of suikerziekte gaat gepaard met een te hoog bloedsuikergehalte in de bloedsomloop. Hierdoor kunnen de vliezen van de glomeruli schade oplopen, met verhoogde bloeddruk als gevolg. Door de te hoge bloeddruk filteren de nieren te veel bloed, waardoor de nefronen overwerkt raken en schade oplopen. Deze aandoening wordt diabetische nefropathie genoemd. Omdat de glomerulifilters van het nefron niet meer functioneren, hoopt het afval zich op in het lichaam, terwijl het eigenlijk zou moeten worden afgevoerd. Ook gaan belangrijke bloedeiwitten verloren.

Symptomen van deze aandoening treden pas op als de nieren nog maar voor 15-20 procent werken. De klachten zijn onder meer zwelling van vooral de benen, vermoeidheid, verminderde eetlust, hoge bloeddruk, overmatig plassen en overmatige dorst.

Wanneer 85 tot 90 procent van de nierfunctie verloren is gegaan, spreekt men van ‘eindstadium nierfalen’ en wordt nierdialyse of niertransplantatie ingezet. Ongeveer 10 tot 20 procent van de mensen met diabetes ontwikkelt nefropathie. Een gezonde levensstijl kan het proces vertragen of zelfs voorkomen. Nauwkeurige beheersing van de bloedsuikerwaarden, in beweging blijven, een normale bloeddruk en op gewicht blijven zijn aspecten die bovendien van belang zijn.

Bekijk video